6. Hoofdstuk 6 - goniometrie

  • Ik ben op de hoogte dat er in een verhoudingstabel allerlei wetmatigheden gelden en dat een handige manier om 'onbekenden' uit te rekenen is gebruik te maken van kruislings vermenigvuldigen.
  • Ik ben bekend met rechthoekige driehoeken, rechthoekszijden en schuine zijde.Ik kan onbekende zijden uitrekenen met  de stelling van Pythagoras.
  • Ik kan kijkend vanuit een hoek de overstaande en aanliggende rechtshoekszijde onderscheiden.
  • Ik kan eenvoudige gebroken vergelijkingen oplosssen.
  • Ik kan in een rechthoekige driehoek het hellingsgetal en het hellingsprecentage uitrekenen.
  • Ik begrijp dat het helllingsgetal hezelfde is als de tangens van de hellingshoek.
  • Ik kan met mijn rekenmachine de hoek omrekenen naar de tangens en andersom.
  • Ik kan in rechthoekige driehoeken hoeken en zijden uitrekenen met de tangens, sinus en de cosinus.
  • Ik kan bij een gelijkbenige driehoek (waarvan de zijden gegeven zijn) de hoeken berekenen.
  • Ik kan als het nodig is geschikte hulplijnen tekenen zodat je rechthoekige driehoeken krijgt waarbij je met de goniometrische verhoudingen zijden en hoeken kunt uitrekenen.
  • Ik ben bekend hoe je opgaven met het werkschema kunt aanpakken.
  • Ik kan de lengten van lijnstukken berekenen met:
    • de stelling van Pythagoras
    • gelijkvormige driehoeken
    • goniometrische verhoudingen
  • Ik kan ook berekeningen in ruimtefiguren doen:
    • een geschikte rechthoekige driehoek of een geschikt diagonaalvlak zoeken
    • ik teken daarvoor de driehoek of het diagonaalvlak apart
    • ik gebruik de juiste (of handigste) goniometrische verhouding
  • Ik kan bij toepassingen geschikte hulplijnen tekenen.

Algemene aanwijzingen
  • ...


Website

©2004-2024 Wiskundeleraar - login