9. Hoofdstuk 9 - statistiek

  • Ik kan rekenen met procenten, breuken, procentuele toename, procentuele afname en groeifactoren.
  • Ik kan bij een aantal waarnemingen het (rekenkundig) gemiddelde, de mediaan en de modus berekenen.
  • Ik kan in een frequentietabel de frequenties vinden van de waarnemenigsgetallen. Dat kunnen de absolute frequenties zijn maar ook de relatieve frequenties. Ik kan daarbij de centrummaten bepalen.
  • Ik begrijp dat je grotere hoeveelheden gegevens in een klassenverdeling kan weergeven. Ik ken de begrippen klassenbreedte, linker- en rechterklassegrens en klassemidden.
  • Ik kan van een aantal waarnemingen de mediaan en de kwartielen bepalen.
  • Naast de centrummaten ken ik ook een aantal maten voor spreiding zoals de spreidingsbreedte en de kwartielafstand.
  • Ik kan een boxplot tekenen en ken de betekenis van deze grafische weergave. Ik weet dat je in een boxplot de kleinste waarde, $q_1$, de mediaan, $q_3$ en de grootste waarde kan aflezen.
  • Ik weet dat de boxplot de waarnemingen in vier delen opdeelt die elk 25% van de waarnemingen bevat.
  • Ik weet dat In een spreidingsdiagram je de punten kunt vinden die steeds twee gepaarde waarnemingen voorstellen: een puntenwolk.
  • Ik weet hoe je aan een spreidingsdiagram kan zien of variabelen een negatieve correlatie, geen correlatie en een positieve correlatie hebben.
  • Ik ben bekend met telproblemen met en zonder herhaling. Ik kan daarbij een boomdiagram of een wegendiagram gebruiken.
  • Ik ben bekend met de vermenigvuldigingsregel voor telproblemen.
  • Ik kan telproblemen oplossen met en zonder herhaling.
  • Ik kan in eenvoudige gevallen kansen uitrekenen, bijvoorbeeld bij het gooien met munten of dobbelstenen.


Algemene aanwijzingen

  • ...


Website

©2004-2024 Wiskundeleraar - login