• Ik ken de rekenregels voor machten en kan daarmee machten herleiden, machten vermenigvuldigen, delen, machten van machten, macht van een product.
  • Ik weet wat a1 ,a0 en a-1 betekent.
  • Ik kan ook met machten rekenen met negatieve exponenten en gebroken exponenten.
  • Ik kan rekenen met hogeremachtswortels.
  • Ik weet wat een wortelfunctie is en ik kan het domein en bereik bepalen van een wortelfunctie.
  • Ik kan handig de grafiek van een wortelfunctie tekenen.
  • Ik weet hoe je wortelvergelijkingen op moet lossen. Ik hanteer daarbij de stappen: isoleren, kwadrateren en controleren.
  • Ik kan bij wortelvergelijkingen variabelen vrijmaken.
  • Ik weet wat een exponentiele functie is.
  • Ik kan een exponentiele functie tekenen.
  • Ik kan exponentiele vergelijkingen oplossen.
  • Ik kan met de GR exponentiele ongelijkheden oplossen.
  • Ik weet wat een logaritme is.
  • Ik kan logaritmische vergelijkingen oplossen.
  • Ik weet wat een logaritmische functie is.
  • Ik kan een logaritmische functie tekenen.
  • Ik kan de $x$-variabele vrijmaken bij een exponentiele functie.
  • Ik ken de verschillende transformaties van grafieken en hoe je daarbij formules kunt maken.


Algemene aanwijzingen

  • Er zijn 3 belangrijke ‘onderwerpen’ in dit hoofdstuk: negatieve en gebroken exponenten, exact oplossen van exponentiele en logaritmische vergelijkingen en standaardgrafieken en transformaties.
  • Als je ‘vast loopt’ bij exponentiele of logaritmische vergelijkingen denk dan ’s aan de hoofdregel:
    • ${}^g\log (a) = b \Leftrightarrow g^b  = a$


Website