| 
				 
					Voorbeeld 1 
				
					Bij een onderzoek vindt men een 95%-betrouwbaarheidsinterval van [0,555;0,605]. 
				
					- 
						Bereken de steekproefomvang
 
				 
				
					Uitwerking 
				
					Het interval $[0,555;0,605]$ staat voor $[\mu-2\sigma;\mu+2\sigma]$, dus tussen 0,555 en 0,605 zit $4\sigma$ verschil. Dus geldt: 
				
					- 
						$4\sigma=0,605-0,555=0,05$ dus $\sigma=0,0125$.
 
				 
				
					$\mu$ ligt in het midden van 0,555 en 0,605, dus geldt: 
				
					- 
						$\eqalign{\mu=\frac{0,555+0,605}{2}=0,58}$
 
				 
				
					Vul nu de formule $\eqalign{\sigma=\sqrt{\frac{\widehat p(1-\widehat p)}{n}}}$ in: 
				
					- 
						$\eqalign{\sigma=\sqrt{\frac{0,58\cdot0,42}{n}}=0,0125}$
 
				 
				
					Met je GR kan je dan de vergelijking oplossen. 
				
			 | 
			
				  | 
		
		
			| 
				 
					Voorbeeld 2 
				
					Bij een onderzoek onder D66-stemmers blijkt dat 55% het koningshuis wil behouden. Het bijbehorende betrouwbaarheidsinterval was [0 49;0 61]. 
				
					- 
						Hoeveel D66-stemmers zijn ondervraagd als het een 95%-betrouwbaarheidsinterval betreft?
 
				 
				
					Uitwerking 
				
					Bij een 95%-betrouwbaarheidsinterval weet je dat $4\sigma=0,61-0,49=0,12$. Dus $\sigma=0,03$. 
				
					$\eqalign{\widehat p=\frac{0,49+0,61}{2}=0,55}$ 
				
					Vul de formule $\eqalign{\sigma=\sqrt{\frac{\widehat p(1-\widehat p)}{n}}}$ in: 
				
					$\eqalign{\sqrt{\frac{0,55\cdot0,45}{n}}=0,03}$ 
				
					Deze vergelijking kan je oplossen met je GR... 
				
					Er zijn 275 D66-stemmers ondervraagd. 
			 | 
			
				 
					  
			 |