1. stijgen en dalen

Intervallen

Een interval is een deel van de getallenlijn.

q6701img1.gif

q6701img2.gif

q6701img3.gif

Afspraak

Op de vraag 'op welke intervallen iis de grafiek stijgend?' moet je de grootst mogelijke open intervallen noteren.

Soorten van stijgen en dalen

De intervalnotatie gebruik je om aan te geven waar een functie stijgend of dalend is. Zowel bij stijgen als dalen onderscheiden we daarbij drie soorten: constant, afnemend en toenemend.
q6702img1.gif

Maximum en minimum

Er kunnen meerdere maxima en minima zijn. Om aan te geven dat een punt het 'allerhoogste' punt spreken we van een absoluut maximum.

  • Bij de toppen en de randpunten van een grafiek treden maxima en minima op.
  • Denk er aan dat een maximum of een minimum een getal is.
  • Het is de grootste of kleinste functiewaarde. Lokaal of absoluut.

Voorbeeld

q12792img1.gif

  1. Op welk intervallen is de grafiek stijgend?
  2. Op welke intervallen is de grafiek dalend?
  3. Bij welke punten treedt een maximum op?
  4. Geef het absolute maximum.
  5. Bij welke punten treedt een minimum op?
  6. Geef het absolute minimum.