5. formules omwerken en redeneren met formules

Opgave 54

  1. Herleid de formule
    $\eqalign{K = 36 \cdot \frac{{5 - 3x}}{{4,5}} - 12}$
    tot de vorm
    $K = ax + b$.
  2. Herleid de formule
    $\eqalign{P = 20 + \frac{{3 - 2t}}{5} \cdot 35}$
    tot de vorm
    $P = at + b$.
  3. Maak $x$ vrij bij
    $2(x-5)-3(y+1)=15$.
  4. Maak $y$ vrij bij
    $\eqalign{s+\frac{y}{x+3}=7}$.
  5. Maak $L$ vrij bij
    $3(\frac{2}{3}L-8)+4K=6(2-L)$.

Opgave 55

  1. Gegeven is
    $\eqalign{\frac{{4A}}{{3\left({2t-20}\right)}}=16}$.
    Druk $A$ uit in $t$.
  2. Gegeven is de formule
    $2P-8=0,4\sqrt{Q}$.
    Druk $Q$ uit in $P$.
  3. Gegeven is de formule
    $\eqalign{N =\frac{{5x}}{{3y-2}}}$.
    Neem $N=6$ en herleid de formule tot de vorm
    $x=ay+b$.
  4. Maak $q$ vrij bij de formule
    $\eqalign{K=5+\frac{8}{q}}$
  5. Maak $B$ vrij bij de formule
    $\eqalign{A=\frac{{B+4}}{{3B-2}}}$.
  6. Maak $N$ vrij bij de formule
    $\eqalign{3\left({1-M}\right)=2-\frac{1}{N}}$.

Opgave 60

Beredeneer of bij de formule een stijgende of dalende grafiek hoort en beredeneer wat de grenswaarde is.

  1. $\eqalign{y = 250 - \frac{{100}}{x}}$
  2. $\eqalign{y = 25 + \frac{{12}}{{{x^2}}}}$
  3. $\eqalign{y = 40 - \frac{{80}}{{2 + \sqrt x }}}$
  4. $\eqalign{y = \frac{{100 \cdot {{0,98}^x}}}{{{x^2} + 1}}}$

Opgave 61

Beredeneer of bij de formule een stijgende of dalende grafiek hoort en beredeneer wat de grenswaarde is.

  1. $\eqalign{N = 1250\left( {2 - 3 \cdot {{0,75}^t}} \right)}$
  2. $\eqalign{N = \frac{{18\,000}}{{250 + 333 \cdot {{0,65}^t}}}}$

F.A.Q.