1. welke wiskunde is nodig voor welke leerlingen?

Als je iets zinnigs wilt zeggen over wiskundeonderwijs dan zou je je wel moeten beperken tot een bepaalde doelgroep. Je kunt wel praten van VMBO tot VWO, van onderbouw tot bovenbouw, van wiskunde A naar B(eter:-)... enzovoort.. maar erg zinvol is dat niet.

Eén van de oorzaken van het 'langs elkaar heen praten' is dat iedereen min of meer vanuit zijn eigen onderwijs zijn ervaringen deelt. Dit kan het onderwijs zijn dat men zelf genoten heeft, maar meestal zal het wel het onderwijs zijn dat men zelf verzorgt.

Ik denk dat ik dat dan ook maar moet doen. 't Is tenslotte mijn weblog dus ik verkondig slechts mijn geheel persoonlijke en gekleurde mening. Ik geef (dit schooljaar) les aan klas 2 (mavo-havo-vwo), klas 3 (havo-vwo), havo 4 wiskunde A en havo 5 wiskunde B. Ik doe dat met veel plezier maar er is nog veel ruimte voor verbetering, vind ik.

In het Montossori-onderwijs is het leren van wiskunde in de onderbouw in theorie vooral het leren van de 'gereedschappen' die leerlingen nodig hebben in de bovenbouw. Intrinsieke motivatie is misschien nog een stap te ver, maar er moet wel iets gebeuren. Anders komen we nooit verder. De vraag is dan hoe je dat het beste kan doen.

Mijn ervaring is dat ik vooral veel tijd besteed aan de leerlingen die het maar moeilijk vinden. Uiteindelijk zijn dat niet de leerlingen die wiskunde B gaan kiezen. De goede leerlingen komen er maar bekaaid van af. Alweer een hoofdstuk over tweedegraadsvergelijkingen? Dat kunnen we toch al? Waarom dan nog meer saaie sommen van 't zelfde...

In de bovenbouw zijn de leerlingen (vind ik) erg slecht voorbereid op hun taken. Ik kan niet anders concluderen dat alle inspanningen (of het ontbreken er van) uiteindelijk niet geleid hebben tot wat je als docenten zou mogen hopen. Dat is niet erg, want ik beschouw dat dan maar als een uitdaging. Maar 't klopt niet...

Laatst riep ik 'wiskunde leren is geen aardrijkskunde'. Waarmee ik bedoel dat je bij wiskunde meer of andere dingen moet doen dan alleen maar domme sommen maken. De boeken lijken steeds te zeggen dat als je 'iets zo en zo doet' dan het dan wel goed komt. Je kunt wel dingen uit je hoofd leren, truukjes leren, stappenplannetjes bedenken, maar erg veel zin heeft dat niet als je geen idee hebt waar je mee bezig bent.

Ik roep het nog maar een keer:
  1. Wiskunde is leuk
  2. Wiskunde leer je door te doen
  3. Wiskunde bouw je op!
Voor alle leerlingen geldt dat als aan één of meerdere voorwaarden niet voldaan is dan wordt het waarschijnlijk niks. Inhoudelijk zijn echter wel heel veel verschillen. Wat voor HAVO-leerlingen echt nodig is kan voor VWO-leerlingen tergend saai zijn en andersom...

Kortom: vraag je bij alle opmerkingen over 'wiskunde-onderwijs' steeds af 'over welke leerlingen hebben we 't hier precies?'