Voorbeeld 1
Bij een steekproef van lengte 35 is het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde [170,2;179,8].
Uitwerking
$\eqalign{
& \overline X = \frac{{170,2 + 179,8}}{2} = 175 \cr
& 4 \cdot \frac{S}{{\sqrt {35} }} = 9,6 \Rightarrow S \approx 14,2 \cr} $
Het steekproefgemiddelde is $175$ en de steekproefstandaardafwijking is $14,2$
Voorbeeld 2
Bij een steekproef waarbij de steekproefstandaardafwijking 10 is, is het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde [175,185].
Uitwerking
$\eqalign{
& \overline X = 180 \cr
& 4 \cdot \frac{{10}}{{\sqrt n }} = 10 \Rightarrow n = 16 \cr} $
Het steekproefgemiddelde is 180 en de steekproefomvang is 16.