Antwoorden


Opgave 1

  • stijgen: <¬,-2> Ç <2,®>
  • dalen: <-2,2>
  • toenemende stijging: <2,®>
  • afnemende stijging: <¬,-2>
  • toenemende daling: <-2,0>
  • afnemende daling: <0,2>
  • in (0,0) gaat toenemende daling over in afnemende daling
    zoiets heet een buigpunt


Opgave 2

  • Stijgen: <¬,0>Ç<1.2;®>
  • Dalen: <0,1.2>
  • Toenemende stijging:<-1.3,0>Ç<1.2,®>
  • Afnemende stijging: <¬,-1.3>
  • Toenemende daling:Æ
  • Afnemende daling:<0,1.2>