Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




Uitwerking

q57427img1.gif

Neem voor het hek bij $A$ de lengte $x$.

  • Dan is het hek bij $B$ gelijk aan $2,20-x$.
  • Het hek bij $C$ is dan $1,60-(2,20-x)=x-0,60$.
  • Nu moet $x-0,60$ en $x$ wel samen $2,00$ zijn, dus $2x-0,60=2,00$.
  • Oplossen...
  • $x=1,30$
  • Het hek bij $A$ moet $1,30$ m zijn, het hek bij $B$ is $0,90$ m en het hek bij $C$ is $0,70$ m.

©2004-2024 W.v.Ravenstein